Als dat geen liefde is...
Toen ik gisteren door het park wandelde, zag ik twee oude mensen samen op een bank zitten. Ze zaten op een bank bij de vijver en keken naar de eendjes die ze net te eten hadden gegeven. Toen hoorde ik plots de oude man zeggen: “Hee, lieve schat, weet je nog die tijd dat je de eend met mijn verjaardag te lang in te oven hebt laten staan?”
“Goh, ja, je was toen nog maar net… wat? 24?” giechelde de vrouw terug. De pretlichtjes in haar ogen verraadden hoeveel ze er nadien om kunnen lachen hebben.
“Neen, 25,” zei de man. “We waren toen nog jong, hee.”
“Tja, jong en mooi,” antwoordde de vrouw met weemoed in de stem.
“Maar schat toch, je bent nog geen haar veranderd,” sprak de man met troostende stem. “Behalve je haar dan,” voegde hij er met een ondeugende lach aan toe.
“Dat zal wel niet! Ik was toen nog slank en blond en ik had nog al mijn tanden… Ik kon elke man krijgen, zei mijn vader altijd.” De man keek zijn vrouw met grote ogen aan. “Jaja,” lachte ze, “maar ik heb wel de beste man gekregen, hoor!”
“Weet je schat, toen was je jong en blond en oogverblindend mooi en ik hield al zielsveel van je. Maar nu - na al die jaren – ben je mijn vrouw en ken ik je door en door. En weet je wat: ik zie je nu nog veel liever…”
En de man sloeg zijn arm om haar schouders en kuste haar op haar voorhoofd. En ik dacht bij mezelf: Als dat geen liefde is…